Toch niet weer? Geen scholings- en ontwikkelingsplan a.u.b.
Uit het onderzoek dat in opdracht van de SER is gedaan naar de ontwikkelingen in de scholing van OR-leden blijkt dat de scholing bijdraagt aan de kwaliteit van de ondernemingsraden, maar dat OR’en veelal scholen zonder visie. Tweederde van de OR’en heeft geen scholings- of ontwikkelingsplan, zo blijkt uit dit onderzoek. Het nut van dit onderzoek wil ik zeker niet ter discussie stellen. Goed gedaan! Maar wel de het nut van scholings- en ontwikkelingsplannen.
Afgelopen week bezocht ik een OR die met mij een aantal ontwikkelingen wilde bespreken. Een uitstekend gesprek, tot dat de OR aan het einde van het gesprek stelde dat ze eigenlijk een scholingsplan moesten hebben, omdat, zo vertelde de OR mij, “dat uit het onderzoek van de SER naar de ontwikkelingen inde scholing van OR-leden is gebleken dat dat noodzakelijk zou zijn”. Ik dacht, nee, toch niet weer a.u.b.!
Dogma
Met het wegvallen van het GBIO dacht ik verlost te zijn van een typische Nederlandse traditie, namelijk via het rondpompen van geld een centraal instituut in het leven roepen die dan vervolgens vanwege het gegeven dat zij op een pot met geld zitten denken regels en normen te kunnen stellen over de kwaliteit. Als het dan ging om de kwaliteit van de OR-scholing werd daar een richtinggevend en sturend onderzoeks-instrumentarium voor ingezet (MISOR, KOOS), waaruit dan keer op keer bleek dat de OR’en geen scholingsplan hadden. Vanuit een soort jaren 70 dogma werd dan gesteld dat OR’en en OR-leden zelf verantwoordelijk waren voor hun leerdoelen. Vanuit een visie zou dan via een scholingsplan invulling aan die leerdoelen gegeven moeten worden. De OR-instituten moesten vooral daar een bijdrage aan leveren.
Uit het onderzoek dat in opdracht van de SER is gedaan naar de ontwikkelingen in de scholing van OR-leden blijkt dat de scholing bijdraagt aan de kwaliteit van de ondernemingsraden, maar dat OR’en veelal scholen zonder visie. Tweederde van de OR’en heeft geen scholings- of ontwikkelingsplan, zo blijkt uit dit onderzoek. Het nut van dit onderzoek wil ik zeker niet ter discussie stellen. Goed gedaan! Maar wel de het nut van scholings- en ontwikkelingsplannen. Het mag niet zo zijn dat deze onderzoeksuitkomst weer ruimte biedt aan het oude GBIO-dogma van de scholingsplannen. Scholingsplannen zijn geen issue, het is niet relevant, het is passé! Sterker nog: trainen en opleiden zonder plannen en visie is veel beter en effectiever.
Praktijk en guerrilla management
Essentieel voor effectieve scholing van OR’en is om dit te verbinden aan de praktijk van alle dag. Met de praktijk van alle dag wordt met name de ‘uitvoeringspraktijk’ van de OR’en bedoeld. Zoek bij alles de aansluiting bij de uitvoeringspraktijk van de medezeggenschap, stel die centraal bij scholing. Effectieve scholing wordt op casus niveau vorm gegeven; via guerrillamanagement, casus voor casus. Het leren van en met elkaar per casus, samenwerken en elkaar weten te vinden per casus, dat moet een routine worden. Juist rondom casussen want bij casussen kun je niet wegkijken! En wat die routine betreft: elke neiging om iets van die routine generiek te maken in de vorm van een scholingsplan moet ingeslikt worden. Dus geen scholings- en ontwikkelingsplannen voor OR’en a.u.b.