Waarom winstmaximalisatie nooit de ambitie van je organisatie moet zijn
Door: Patrick Hüngens
Waarom bestaat jullie bedrijf? En wat voegen jullie toe aan de maatschappij? Het antwoord op deze vragen zou nooit ’extra dividend voor aandeelhouders’ of ‘de bonus van de directeur’ moeten zijn. Toch zijn de winst en de waarde van het aandeel de grootste graadmeter van het succes van een organisatie. Terwijl de winstbestemming, volgens mij, veel belangrijker is. Een bedrijf dat ergens voor staat, een maatschappelijke bijdrage levert, trekt enthousiaste medewerkers én klanten aan. Daar pluk je uiteindelijk de vruchten van. Zeker in een crisis als nu.
Tijd voor verandering
De coronacrisis en de verwachte recessie dwingen ons tot nadenken en reflecteren. Blijven we vasthouden aan ‘oude’ patronen of gaan we het anders doen? Blijft winstmaximalisatie het hoogste doel of richten we onze inspanningen ergens anders op? Maar weinig werknemers stappen ‘s ochtends vol enthousiasme op de fiets omdat ze weten dat ze de bonus van de directie gaan verhogen. Natuurlijk niet. Zij worden wel gemotiveerd als het bedrijf ergens voor staat. Als ze het gevoel hebben dat hun inspanningen ertoe doen.
Dit is het moment
Raar dat we sinds de jaren ‘80 van de vorige eeuw economisch enorm gegroeid zijn, maar dat werknemers daar nauwelijks van hebben meegeprofiteerd. Raar ook dat beroepen waar we tot voor kort op neerkeken, zoals schoonmakers, chauffeurs, pakketbezorgers en supermarktmedewerkers, nu opeens cruciaal blijken te zijn. Belachelijk ook dat regels moeten bepalen wie wel en niet geholpen wordt bij een nieuwe corona-uitbraak.
We zijn doorgeschoten in onze drang naar kostenreductie, waardoor we de productie van cruciale apparaten naar lagelonenlanden hebben verplaatst en nu zelf in de problemen komen. Philips wíl zijn beademingsmachines wel leveren, maar kán niet leveren, omdat het afhankelijk is van ruim 200 toeleveranciers. Misschien dat we deze coronacrisis nodig hadden om eens kritisch naar onze maatschappij en dus naar onze organisaties te kijken.
Leestip: ‘Fantoomgroei’ van Sander Heijne en Hendrik Noten (Business Contact, 2020). De voorpagina luidt: ‘Waarom we steeds harder werken voor steeds minder.’ De twee auteurs gingen naar aanleiding van de coronacrisis uitzoeken wanneer onze economie ontspoorde en hoe dat heeft kunnen gebeuren. Lees en huiver.
Doorgeslagen kapitalisme
Een Oostenrijkse hoogleraar, Christian Felber, doet een interessante constatering. De grondwaarden van onze Westerse, democratische samenleving zijn verankerd in de grondwet: gelijkheid, niet discrimineren, solidariteit, gelijke kansen, recht op werk en scholing. Maar ons economische systeem, dat die grondrechten moet waarborgen, is juist gebaseerd op concurrentie, het recht van de sterkste, elkaar bevechten, winstmaximalisatie ten gunste van een kleine groep aandeelhouders, investeerders en topmanagement.
Alles behalve samenwerking en solidariteit dus. Volgens mij is ons kapitalistische systeem dan ook doorgeschoten. Hoe we het nu met z’n allen doen, staat namelijk haaks op onze maatschappelijke waarden. Dit lijkt een politieke constatering, maar dat is het niet. Ik stel enkel feiten vast.
Doorgeschoten marktwerking leidt tot het recht van de sterkste, dat staat haaks op de waarden in onze grondwet. Toch richten we onze maatschappij naar dat principe in.
Tegengeluid over winstmaximalisatie als grootste goed komt uit onverwachte hoek. De 300 grootste bedrijven in de VS, waaronder Amazon en Apple, kwamen vorig jaar augustus al met een statement waarin het maximaliseren van ‘shareholder value’ onderaan het lijstje van speerpunten staat. Terwijl dit sinds 1992 bovenaan stond. Nu staan daar ‘meerwaarde aan klanten leveren’, ‘investeren in medewerkers’, ‘eerlijk en ethisch handelen met leveranciers’ en ‘het ondersteunen van de lokale gemeenschappen’. Dit is, juist in een Angelsaksische cultuur, een enorme verandering.
Begin klein, maar begin
Het is dus zaak om andere doelen te bepalen dan enkel winstmaximalisatie of ‘shareholder value’. Of het nu gaat om Shell, de gemeente Bergeijk, het Catharina Ziekenhuis of de plaatselijke fanfare, het is cruciaal een duidelijke, onderscheidende ambitie te bepalen. Die geeft doel en richting aan het werk. Succesvolle ondernemingen hebben die. Alleen, het bepalen daarvan is een complex proces. Begin daarom klein, maar begin wel!
Ga eens in het kader van artikel 24 van de WOR, het overleg over de algemene gang van zaken, met de ondernemer in discussie. Of baseer je op artikel 2 WOR, het goed functioneren van de onderneming in al haar doelstellingen. Bespreek jullie doelstellingen. Waarom is onze organisatie er? Wat zou de wereld missen als wij er niet waren? Samen zoek je naar antwoord op de ‘ultieme waarom-vraag’. Dat lukt je vast niet in één middag. Maar ieder begin is er een.
Welke positieve bijdrage levert de organisatie aan de maatschappij? Daar moeten ze óók op scoren, niet alleen op de cijfers.
Dit levert het op
Een ambitie creëren voor het bedrijf zorgt voor trots en betrokkenheid bij medewerkers. Tenminste, als die aansluit bij de persoonlijke ambities en waarden van medewerkers. Een gedeelde ambitie levert een organisatie altijd meer op. Als er geen doelstelling is of het sluit niet aan bij het personeel , krijg je ‘broodvoetballers’ als werknemers: profs die enkel voor het geld komen voetballen, maar geen betrokkenheid bij de club voelen. Zij lopen niet harder dan nodig is om zeker te zijn van het maandelijkse salaris.
Waarom denk je dat Apple, Google of Tesla zo tot de verbeelding spreken? Omdat zij ergens voor staan en een duidelijke boodschap en profiel hebben. Je trekt niet alleen de juiste mensen aan door een visie te hebben, maar behoudt deze ook langer. Een werknemer heeft meer plezier in zijn werk als hij weet dat het een positief effect heeft op de maatschappij.
Dat resulteert in harder werken, minder ziekteverzuim, meer innovatie en creativiteit. En laat dat nou weer geld besparen en opleveren. Heb je alsnog je winst, waarmee je dan weer wel de juiste dingen moet doen.