De WOR bestaat uit 71 artikelen, dat zijn er 69 te veel
Door: Patrick Hüngens
Zolang als ik meeloop in de wereld van medezeggenschap, loopt er al een discussie over hoe we medezeggenschap kunnen verfrissen en moderniseren. Om het wat meer van deze tijd te maken. Zowel de OR als bestuurders lopen namelijk vaak tegen onnodige formaliteiten aan. De WOR legt beide partijen allerlei verplichtingen op en houdt ze gegijzeld. Toch houden we ons eraan vast. Laten we wat artikelen loslaten. Mijn stelling: de WOR bestaat uit 71 artikelen, dat zijn er 69 te veel. Waarom? Ik leg het je uit.
Genoeg aan twee artikelen
Het is nogal een statement om te maken. Maar wat mij betreft is de medezeggenschap gebaat bij het schrappen van 69 artikelen. De twee belangrijkste blijven over: de eerste twee artikelen. In artikel 1 staan de definities. Het lijkt me prima om bepaalde zaken te definiëren. Artikel 2 beschrijft dat de ondernemer die een onderneming van tenminste 50 werknemers heeft, verplicht is een OR in te stellen ten behoeve van het overleg met en de vertegenwoordiging van het personeel. Dit in het belang van “het goed functioneren van de onderneming in al haar doelstellingen”.
Volgens mij volstaat dit. De eerste: een OR oprichten om te praten met een vertegenwoordiging van de medewerkers. De tweede: een bijdrage leveren aan het goed functioneren van een onderneming in alle doelstelling. Vooral artikel 2 omschrijft exact wat de opdracht is van de ondernemer en de OR. Hoe je daar als organisatie inhoud aan geeft, zou je zelf moeten invullen. Dat hoeft helemaal niet in de wet te staan.
Gemiste kans
Anno 2021 zie ik nog altijd OR’en en bestuurders die met het wetboek op tafel hun strategie bepalen. Een totaal gemiste kans van medezeggenschap. Zodra je met de wet zwaait, leid je de aandacht af van waar het om moet gaan en ligt de focus te veel op de procedure. Terwijl de meeste mensen juist geen fan zijn van procedures.
In plaats daarvan wil je het hebben over of plannen goed zijn voor de organisatie en haar medewerkers. Volgens mij zijn we inmiddels zo ver dat we een serieus gesprek hierover kunnen voeren zonder ons vast te houden aan wat de wet uit 1950 voorschrijft. Laten we gebruik maken van het vertrouwen in elkaar en afstand nemen van al dat formele gedoe uit de WOR.
Processen versnellen
Het gros van de bestuurders en OR’en – tenminste bestuurders en OR’en die begrepen hebben waar het in de onderneming en bij medezeggenschap om gaat – wil niks liever dan met elkaar in gesprek en ideeën en plannen bij elkaar neerleggen om te toetsen of ze iets over het hoofd zien. De WOR creëert hier een obstakel. Het zorgt voor oponthoud. Een stroperig proces wat maanden kan duren is het gevolg. Als de wet en de voorschriften daarin, de oorzaak zijn van wrevel tussen OR en bestuurder, terwijl ze in de basis allebei goeie intenties hebben, dan is er toch iets fundamenteel mis met de regeltjes?
Is het niet veel logischer als een bestuurder op ieder gewenst moment met de OR om de tafel kan zitten. Dat de partijen samen sparren over ideeën. Elkaar aanhoren en advies geven. En niet pas tijdens de maandelijkse bespreking of pas als er een ‘formele adviesaanvraag’ is gedaan. De procedure hoeft niets meer te zijn dan: dit wil ik gaan doen, wat vinden jullie ervan? Een OR kan snel reageren waardoor een plan er veel sneller door kan. Of niet natuurlijk, want de doorsnee OR weet precies en al heel snel of hij plannen of ideeën van de ondernemer wil steunen of niet.
Afleiden van de discussie
Onderaan de streep zal ik niet zeggen dat er helemaal geen WOR moet zijn. Maar al het formele gedoe wat erin staat leidt af van de inhoudelijke discussie. Blijven we vasthouden aan de procedures, ontstaat er volgens mij alleen meer wantrouwen. Perken we de WOR heftig in, kan er in korte slagen gecommuniceerd worden.
Kortom, leg ondernemers wel de wettelijke plicht op om met hun personeel in gesprek te gaan en bepaal ook wettelijk wat de opdracht is: het bijdrage leveren aan het goed functioneren van de onderneming. Maar laat de rest vormvrij. Je zult zien dat in ondernemingen waar het vertrouwen tussen werkgever en werknemers wankel is, gezocht wordt naar regeltjes en procedures en dus reglementen die voorschrijven hoe men met elkaar moet omgaan. Maar dat in ondernemingen waar er een moderne en volwassen cultuur heerst veel minder behoefte is aan procedureel gehannes. Zo krijgt de ondernemer de OR die hij verdient en omgekeerd. Wie weet wordt het de nieuwe WOR 2.0.