Advies

De Wet op de ondernemingsraden (WOR) noemt geen exacte termijnen. Alleen dat de OR pas mag adviseren nadat over de adviesaanvraag ten minste één formele overlegvergadering met de bestuurder heeft plaatsgevonden. In werkelijkheid is er meer nodig om tot een weloverwogen advies te komen. Denk aan het verzamelen van relevante informatie door aanvullende vragen aan de bestuurder, het raadplegen van betrokken medewerkers, in- en externe deskundigen en de eigen gedachtevorming. Vaak zijn er ook meerdere overlegvergaderingen nodig. Heel bepalend is ook de tijd die OR-leden beschikbaar hebben voor het OR-werk.  

Het beste is het als partijen te voren per adviesaanvraag afspreken hoeveel tijd deze adviesaanvraag zal kosten. De OR kan dan aangeven wat hij nodig heeft om die termijn te halen en de bestuurder weet waar hij of zij op kan rekenen. 

Adviesplichtig betekent dat de directie van een organisatie verplicht is om de Ondernemingsraad (OR) om advies te vragen voordat een belangrijk besluit wordt genomen. Het geeft de bestuurder de kans om de medewerkers te betrekken bij de besluitvorming en de zienswijze van medewerkers mee te nemen in het besluit.

Dit adviesrecht is geregeld in artikel 25 van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) en geldt voor onderwerpen die grote gevolgen kunnen hebben voor de organisatie en de werknemers.

Dit geldt bijvoorbeeld bij reorganisaties, fusies, verhuizingen, belangrijke investeringen, of uitbestedingen. De OR geeft advies, en als de directie dit niet opvolgt, moet zij dit schriftelijk motiveren. Wanneer de OR van mening is dat het advies onterecht niet wordt opgevolgd, dan kan hij een verzoekschrift indienen bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam (artikel 26 WOR). 

Ja, dat kan. In artikel 20 van de Wet op de ondernemingsraden is dat geregeld. Vraag als OR altijd wel waarover de geheimhouding precies gaat (wat is de reikwijdte), voor hoe lang de geheimhoudingsplicht geldt en met welke personen de OR wél mag overleggen. 

Overigens geldt naast de expliciete geheimhoudingsplicht die op grond van artikel 20 WOR kan worden opgelegd, dat de OR ook zelf moet blijven nadenken. Er geldt namelijk ook een plicht om zaken geheim te houden waarvan de OR zelf kan bedenken dat het openbaar worden ervan schadelijk kan zijn voor de onderneming. 

De Wet op de ondernemingsraden (WOR, art. 22, lid 1) bepaalt dat de ondernemingsraad recht heeft op elke voorziening die hij redelijkerwijs nodig heeft, ook als deze nog niet in de organisatie beschikbaar is. Daaronder valt, hoe vreemd het ook lijkt, ook de ambtelijk secretaris van de OR. In sommige cao’s is een bepaling opgenomen die de OR het recht geeft op een bepaald aantal uren ambtelijke ondersteuning. Als dat in uw cao ontbreekt dan moet u proberen uw bestuurder te overtuigen van de meerwaarde van een ambtelijk secretariaat. Denk daarbij aan de verbetering van kwaliteit, deskundigheid, procedurebewaking en efficiëntie. 

De OR is een medezeggenschapsorgaan. In artikel 2 WOR staat de opdracht aan de OR: een bijdrage leveren aan het goed functioneren van de onderneming in al haar doelstellingen door het vertegenwoordigen van de werknemers in het overleg met de ondernemer.

De WOR geeft de OR verschillende middelen (rechten en faciliteiten) om die rol goed te kunnen vervullen en daardoor wezenlijke invloed uit te oefenen op de gang van zaken binnen de onderneming.