365 dagen online trainen: dit leerden wij hiervan

Veel korte pauzes, je microfoon uitzetten als een collega aan het woord is en bij vragen de digitale Teams-hand opsteken. Bekende gedragscodes na een jaar online vergaderen, overleggen en trainenOok voor MZ Services. Een deel van onze dienstverlening vindt online plaats, zoals onze trainingen. En wat blijkt? Ook dat heeft positieve kanten. Dit is wat wij het afgelopen jaar leerden. 

Les 1: Gebruik online tools

Wij bekijken graag alles van een positieve kant. Online zijn er namelijk een heleboel handige tools die en training tot een succes kunnen maken. Zoals Nearpod, Miro, Invision, een online whiteboard waar je als OR samen in kunt brainstormen. Ook bevorderen we de interactie door quizzen, een poll of invuloefening in de training te verwerken.

Niet alle onderwerpen kun je online makkelijk behandelen. Soms kiezen we ervoor om deze uit te stellen tot het wel weer fysiek kan. Bijvoorbeeld de simulatie van arbeidsgesprekken en rollenspellen.   

Les 2: Focus op procesbegeleiding

Waar ik tijdens een fysieke training soms improviseer of inspeel op de sfeer in de groep, is dat bij online trainen minder aan de orde. De non-verbale communicatie ontbreekt en dat maakt het moeilijker om echt persoonlijk contact te hebben. Je voelt bijvoorbeeld minder goed aan wanneer een deelnemer op het punt staat om iets te zeggen.  

Om dat te compenseren, probeer ik het proces zo goed mogelijk te begeleiden. Ik doe voorafgaand aan de training een technische check. Ik bekijk wat er nog nodig is, bijvoorbeeld een tweede scherm of device. Ik controleer of er veel omgevingsgeluid is en vraag deelnemers in dat geval om hun microfoon uit te zetten.  

Les 3: De spelregels

Spreek vooraf af wat je verwacht van de deelnemers. Bijvoorbeeld dat iedereen zijn of haar camera aanzet en zo actief meedoet. Of dat je alleen de microfoon aanzet als je aan het woord bent om afleiding van achtergrondgeluiden te voorkomen. Ook vraag ik de groep op elkaar uit te laten praten en een virtueel handje op te steken. Je weet als trainer vaak wel wat het beste werkt tijdens jouw training. Communiceer dat zodat de training zo goed mogelijk verloopt.

Ik deel het liefst wat wél werkt. Maar weten wat je vooral niet moet doen, is ook handig. Die PowerPointpresentatie bijvoorbeeld waar alleen naar een scherm wordt gestaard. Laat die vooral achterwege. Creëer liever veel interactie door tijd in te plannen voor vragen. Of spreek een deelnemer aan die op de achtergrond blijft.

Les 4: Creëer interactie

Zorg voor oefeningen waarbij de hele groep betrokken wordt. Bijvoorbeeld een opdracht die gezamenlijk gemaakt wordt en na afloop via een presentatie besproken wordtOf geef een oefening waarmee deelnemers elkaar de beurt moeten geven, waardoor iedereen weet dat hij of zij ook aan de beurt komt. Zo betrek je heel de groep. 

Las ter afwisseling korte pauzes in met een kleine opdracht. Laat deelnemers een voorwerp uit hun woning pakken dat iets zegt over medezeggenschap. Zo is iedereen even fysiek in beweging en van het scherm weg. Daarna kun je weer fris aan de slag. 

Les 5: Koffiegesprekken

Online vergaderen is vooral functioneel. Je komt sneller ter zake, maar het informele praatje bij de koffiezetautomaat ontbreekt. Het is belangrijk om hier rekening mee te houden. Ik vraag aan de start van de training hoe alle deelnemers erbij zitten. Ik vraag waar de behoefte ligt en check ook tijdens de training hoe het met de deelnemers gaat. Zo houden we openheid over het proces en probeer ik toch die informele gesprekken erin te krijgen.

MZ Services waarborgt ook online de trainingen van OR’en en medezeggenschapsraden. Gemeente Den Haag had een positieve ervaring.