instemmingsrecht, Niek van Keulen

Foto: Niek van Keulen

Ik vind het instemmingsrecht het sterkste recht voor ondernemingsraden, zegt Niek van Keulen. Hij is bij MZ Services trainer en adviseur voor ondernemingsraden. Niek heeft een schat aan ervaring in de wereld van OR, onder meer als OR-voorzitter. Hij legt in dit blog uit waar ondernemingsraden bij het instemmingsrecht rekening mee moeten houden. 

Kort gezegd kan een OR met het instemmingsrecht een plan van de directie tegenhouden of goedkeuren. Niek legt verderop in dit blog uit waarom hij het niet helemaal zo zwart-wit ziet.

Behartigen van de belangen van medewerkers

Het instemmingsrecht wordt van kracht als de directie van een organisatie iets wil veranderen aan regelingen in het sociaal beleid. Niek: “Het instemmingsrecht geeft de OR echt medezeggenschap over belangrijke zaken voor medewerkers. Waarbij instemming feitelijk toestemming is. Met dit recht draait de OR echt aan de knoppen.”

Het instemmingsrecht gaat dan ook verder dan het adviesrecht. Bij het adviesrecht oefent de OR invloed uit op voorgenomen plannen, door mee te denken. Bij het instemmingsrecht besluit de OR daadwerkelijk of nieuwe plannen of aanpassingen van regelingen doorgaan.

Wanneer geldt het instemmingsrecht?

De onderwerpen die onder het instemmingsrecht van de OR vallen, staan in artikel 27, lid 1 van de WOR en zijn:

  • pensioenovereenkomst, spaarregeling of winstdelingsregeling;
  • arbeids- en rusttijdenregeling en vakantieregeling;
  • belonings- en functiewaarderingssysteem;
  • arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim en re-integratiebeleid;
  • aanstellings-, ontslag- en bevorderingsbeleid;
  • personeelsopleiding;
  • personeelsbeoordeling;
  • bedrijfsmaatschappelijk werk;
  • werkoverleg;
  • klachtenregeling;
  • privacybescherming;
  • personeelscontrolesystemen;
  • klokkenluidersregeling.

Wanneer heeft de OR geen instemmingsrecht?

Het instemmingrecht geldt niet bij strategische besluiten of reorganisaties. Niet bij primaire arbeidsvoorwaarden, zoals de hoogte van de beloning en de arbeidsduur. En niet als een regeling zoals genoemd in 27 lid 1 WOR al in de cao is uitgewerkt.

De sterkste, instemmingsrecht

Niek schetst met een voorbeeld waarom hij het instemmingsrecht vindt gelden als ‘de sterkste’ van alle OR-rechten. “Als de directie een winstdelingsregeling wil invoeren, dan kan dat alleen met instemming van de OR. Wil de directie na verloop van tijd iets aanpassen, omdat de regeling niet lekker loopt, dan moet dat ook met instemming van de OR. Hetzelfde geldt als de directie de regeling helemaal wil schrappen.”

Niet zwart-wit

Het instemmingsrecht is volgens Niek veel meer dan een kwestie van ja of nee. “Ik zie het als de start van de onderhandelingen. De OR ontvangt het plan van de directie en kijkt waar het beter kan, waarbij de raad het belang van de organisatie én de medewerkers in acht neemt. De OR kan suggesties doen, waarna de bestuurder het plan aanpast en de OR instemt. Past de bestuurder niets aan, dan kan de OR het plan van tafel vegen. In de meest ideale situatie komt er een besluit uit dat door de hele organisatie gedragen wordt.”

Tips: laat je niet opjagen en wees alert

Niek sluit af met twee concrete tips voor ondernemingsraden. De eerste is: laat je niet opjagen. Niek: “Bestuurders willen er weleens tijdsdruk op zetten en zeggen dan dat een besluit voor een bepaalde datum moet vallen. Dat moet helemaal niet. Mijn advies aan ondernemingsraden is: kaats de bal terug en laat de bestuurder weten dat je in alle zorgvuldigheid een besluit neemt. Wettelijk is er ook geen termijn bij het instemmingsrecht. In de wet staat wel dat over een voorgenomen plan ten minste één keer wordt gesproken in de zogenoemde overlegvergadering. En dat de OR redelijk moet zijn: je kunt niet eindeloos uitstellen.”

Nieks tweede tip is: blijf alert. “Sommige bestuurders gaan weleens onzorgvuldig om met de WOR en laten het – om wat voor reden dan ook – na om de OR om instemming te vragen. Dan moet je als OR scherp zijn. Binnen een maand nadat de bestuurder zijn voornemen bekend heeft gemaakt, moet je die per brief nietig verklaren. Dan start een juridisch traject waarbij de rechter de bestuurder kan terugfluiten.”

Even opfrissen: vertrouwen is de sleutel

De WOR is veelomvattend. Het instemmingsrecht is slechts één van de vele rechten en plichten die je hebt als OR. In dit blog vertelt trainer en adviseur Paul Smarius over een ander belangrijk recht: het informatierecht.

Vind je weg in de WOR

Wil je meer weten? Advies of een training?  De WOR-training is sowieso relevant. Net als de starttraining: