overlegrecht, WOR

Foto: Wieteke Krol

Het overlegrecht geeft de ondernemingsraad (OR) het recht om op vaste momenten met de bestuurder te overleggen. Dit is geregeld in met name artikel 23 van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR). Wieteke Krol, adviseur en trainer bij MZ Services, legt in dit blog uit wat het overlegrecht is.  

Het overlegrecht onderscheidt zich van de vier andere hoofdrechten van ondernemingsraden doordat het altijd van kracht is, ongeacht of er op dat moment een specifiek advies- of instemmingstraject loopt, legt Wieteke uit. “Als het goed is overleggen bestuurders en OR-en op meerdere momenten in het jaar, volgens de regels van het overlegrecht. Dit recht is er in die zin altijd, en raakt de andere hoofdrechten.” 

De vijf hoofdrechten

Wat is het overlegrecht?

Het overlegrecht geeft de OR het recht en de plicht om met de bestuurder in gesprek te gaan over zaken die de organisatie aangaan en voor beide partijen belangrijk zijn. Wieteke: “Zoals reorganisaties, belangrijke strategische beslissingen, of zaken die van invloed zijn op het werk van een groot deel van de medewerkers.” In de regel zijn er op vaste momenten overlegvergaderingen. Daar zit geen wettelijk minimum aantal per jaar aan. Gemiddeld overleggen ondernemingsraden en besturen zo’n zes keer per jaar. Zowel de OR als de bestuurder kunnen een overlegvergadering aanvragen en onderwerpen inbrengen. Daarbij mag een deskundige uitgenodigd worden. 

Proactief bijdragen aan beleid

Het overlegrecht biedt tal van voordelen voor de OR. Het zorgt voor een structurele dialoog en maakt het mogelijk om op tijd betrokken te worden bij belangrijke beslissingen. Wieteke: “Door actief gebruik te maken van dit recht, kan de OR proactief bijdragen aan het vormgeven van het beleid van de organisatie.” 

Artikel 24-overleg

Wieteke benadrukt het artikel 24-overleg. Dat stelt dat er tenminste twee keer per jaar een overleg moet zijn tussen bestuurder en OR, waarbij een toezichthoudend orgaan verplicht aanwezig is. Dat kan iemand van de raad van commissarissen of van de raad van toezicht zijn. “In dit overleg wordt de algemene gang van zaken van de onderneming besproken. De bestuurder heeft daarbij de verplichting om de OR te informeren over wat er het komende halfjaar in de pijplijn zit. En op welke zaken een advies of instemming van de OR nodig is. Bij een artikel 24-overleg maak je idealiter meteen procesafspraken daarover.” 

Het artikel 24-overleg is cruciaal, zegt Wieteke. “Toch merk ik dat het vaak een informeel ‘met-de-benen-op-tafel-bijeenkomst’ is. Dat is zonde, want met dit overleg kan de OR echt zijn regierol pakken. OR-en zeggen weleens dat ze te laat betrokken zijn bij besluiten. Een artikel 24-overleg is bij uitstek bedoeld om vroegtijdig te horen wat er speelt en erop voor te sorteren. Die opzet kan verloren gaan als het overleg te informeel wordt.” 

Onderlinge relatie

Een goede onderlinge relatie is essentieel, niet alleen bij het overlegrecht, maar bij de hele samenwerking tussen bestuurder en OR. “Je kunt alle wettelijke rechten op papier hebben, maar het succes van een overleg staat of valt met de bereidheid van beide partijen om open en constructief met elkaar te praten”, zegt Wieteke. “Stokt de communicatie? Ga hierover dan het gesprek aan en maak afspraken.” Ze adviseert om jaarlijks een overlegagenda af te spreken met de bestuurder, zodat de bijeenkomsten vast staan. 

Succesvolle medezeggenschap

Het overlegrecht is een essentieel instrument voor succesvolle medezeggenschap. “Door dit recht serieus te nemen en strategisch in te zetten, kan de OR écht verschil maken binnen de organisatie. Zorg ervoor dat het overlegrecht niet alleen op papier bestaat, maar dat het in de praktijk een levendig en constructief onderdeel van het werk van de OR wordt,” besluit Wieteke. 

Vind je weg in de WOR. Wil je op een persoonlijke, interactieve manier meer te weten komen over het overlegrecht, of over de andere ‘spelregels’ van de WOR?  Schrijf je in voor een basistraining WOR. (Tilburg/Zwolle).