Gevolgen Wet normalisering rechtspositie ambtenaren

25 oktober 2017

Door: Patrick Hüngens

WNRA: het klinkt misschien als een wedstrijd kooivechten, maar deze strijd gaat heel ergens anders om. In 2020 moet de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren van kracht gaan, de wet die ervoor zorgt dat het grootste deel van de ambtenaren onder het burgerlijk recht vallen. Dat lijkt wellicht nog ver weg, maar als je ziet wat er allemaal nog moet gebeuren, vliegt die tijd. Zorg dat jouw OR voorbereid is op de naderende veranderingen.

Normaliseren is makkelijker gezegd dan gedaan! Om zover te komen moeten er vele, vele veranderingen en aanpassingen worden gedaan in wetten, regelingen, verordeningen en statuten.

Zo moeten er voor 1 januari 2020 ruim 100 wetten aangepast of ingevoerd worden. Minister Plasterk wil deze allemaal nog in het eerste kwartaal van 2018 naar de Raad van State sturen voor advies. Het eerste kwartaal van 2019 moeten ze vervolgens door de Tweede Kamer heen. Good luck.

Zullen de vakbonden verdwijnen?

In het meest extreme geval zal iedere gemeente, gemeenschappelijke regeling of provincie en ieder waterschap in de toekomst zelf over zijn eigen cao kunnen onderhandelen. Dit betekent dat deze gesprekken op lokaal niveau plaats zullen vinden. De vraag is of vakbonden zodanig zijn georganiseerd (lees: over voldoende leden beschikken in alle organisaties) dat zij dit op kunnen pakken.

De positie van de OR is verankerd in de wet, maar vakbonden zijn afhankelijk van leden. Nu is hun positie nog geregeld in de bestaande rechtspositieregeling, maar straks is de Wet op de cao van toepassing. Als er bijvoorbeeld binnen de sector gemeenten een raamcao zou gaan gelden, dan is de kans groot dat – net als in veel andere sectoren – uitwerking daarvan op lokaal niveau door de OR moet gaan gebeuren. Het zou dus zomaar kunnen dat de huidige Commissies voor Georganiseerd Overleg verdwijnen, waardoor de rol en de positie van vakbonden op lokaal niveau vermindert.

Of als de vakbonden buitenspel worden gezet

Op dit moment hebben we speciale vakbonden voor de overheid zoals FNV Overheid en CNV Connectief. In de toekomst is het mogelijk dat een werkgever ervoor kiest om een cao af te sluiten met een vakbond die in een heel andere sector actief is. De huidige vakbonden worden dan buitenspel gezet en arbeidsonrust en gedoe zijn het gevolg. Hoewel dit scenario niet voor de hand ligt, kan het op voorhand ook niet worden uitgesloten.

Werkgeversvereniging

In zeer korte tijd moet er veel gebeuren, zoveel is zeker. Voordat de WNRA officieel ingevoerd wordt, zullen er werkgeversverenigingen moeten worden opgericht. Maar hoe die eruit zien, is nog onbekend. Krijgen waterschappen en gemeenten bijvoorbeeld een eigen werkgeversvereniging of komt er één voor de hele overheid?

Binnen de VNG vindt er momenteel een enquête plaats onder de leden om hun mening hierover te peilen. In ieder geval zullen de statuten van de VNG tijdig moeten worden aangepast om ervoor te zorgen dat zij als werkgeversvereniging in de zin van de Wet op de cao kunnen worden aangemerkt.

Een eigen werkgeversclub voor de G4?

Als de Wet op de cao van toepassing wordt, kan het zomaar dat de 4 grootste gemeenten (de G4: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) die nu ook al niet gebonden zijn aan de huidige arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector Gemeenten, een uitzonderingspositie innemen op cao-gebied. Zo kunnen zij hun eigen werkgeversvereniging oprichten en zelf onderhandelingen gaan voeren over ‘de cao G4’.

Overigens zouden de gemeenten in de provincie Friesland, of gemeenten met minder dan 40.000 inwoners dit ook kunnen doen. Meest waarschijnlijk lijkt het me echter dat er landelijk raamcao’s worden afgesproken voor de diverse overheidssectoren. Als de rol van de bonden op organisatieniveau verkleint, zal er impliciet meer op het bordje van de OR terecht komen.

Als de OR de taken van de vakbond overneemt

Dan zal deze meer vaardigheden moeten opdoen over onderhandelen, maar ook inhoudelijke kennis moeten ontwikkelen op het gebied van arbeidsvoorwaarden en rechtspositionele zaken. Vakbonden discussiëren immers met overheidswerkgevers over allerlei gebieden die op dit moment niet op het OR-bordje liggen, zoals bijvoorbeeld beloningsbeleid, sociale zekerheid en sociale statuten.

Wat gebeurt er als de OR hierover moet onderhandelen? Stel dat je in conflict komt. Vakbonden voeren dan actie, maar voor een OR kan dit niet op de wijze zoals vakbonden dat doorgaans doen.  En hoe verhoudt zich dan de rol van onderhandelingspartij met die van de constructief-kritisch meedenkende overlegpartner?

Op dit moment is er nog veel onduidelijk over de uitwerking en de gevolgen van de invoering van de WNRA. Wel kunnen we voorspellen dat er veel zal gaan veranderen; niet alleen voor individuele werknemers, maar vooral ook voor de medezeggenschap in overheidsorganisaties. In volgende blogs gaan we hier nader op in.